Bleak House (2005): Season 1, Episode 10 - Episode #1.10 - full transcript

Tulkinghorn now has Lady Dedlock in his grasp but his hardheartedness is beginning to catch up with him. Miss Flite returns to her lodgings to find that Smallweed has changed the locks on her rooms. He throws her out for non-payment of rent. Esther seeks Guppy's help but he is repulsed by her scarred face. She wants him to stop all inquiries into her background and he agrees. Esther learns the identity of the woman who raised her. John Jarndyce asks Esther to marry him and she agrees. He immediately has second thoughts. Richard Carstone is being crushed by his growing debts.Sgt. George learns that his debts are being called in.

Als u vlucht,
komt de waarheid aan het licht.

De eer van de familie is dan
niet meer te redden. Uitgesloten.

Rosa, kom eens hier.

Ja, mylady?

Hoe zou je het vinden als ik je toch
met Mr Rouncewell liet meegaan...

om de vrouw van z'n zoon te worden?

U wilde me zo lang mogelijk houden.
- Er is het een en ander veranderd.

Je mag de zoon
van Mr Rouncewell toch wel?

Het was egoïstisch van me,
om je voor mezelf te houden.

Het zal me verdriet doen
als je weg bent.

Beste Esther. Liefste Esther.



Lief meisje van me.

M'n lieve Esther.

Ik hoop dat deze brief..

Niet geheel en al.…

uit de lucht zal komen vallen.

Het spijt me. Stoor ik?
- Helemaal niet. Wat is er, Esther?

Ik wil graag je toestemming
om naar Londen te gaan.

Herinner je je Caddy Jellyby,
die met Mr Turveydrop trouwde?

Ze schrijft dat ze een baby verwacht.

En Ada zou graag mee willen. Ze wil
natuurlijk weten hoe het met Richard is.

Dus hebben we je toestemming?

Ik had gehoopt dat je inmiddels.

Laat maar.
Esther, natuurlijk mag je gaan.

Breng de jonge Mrs Turveydrop
m'n beste wensen over.



Verdorie. Verdorie.

Het spijt me. Mr Tulkinghorn is bezig.
- Ik wil hem zien. Laat me erdoor.

Neemt u me niet kwalijk.

Het heeft me veel moeite gekost
om u te vinden.

'Hij is niet thuis. Hij is bezig.”
Je bent er nu. Wat heb je te zeggen?

Dat ik niet goed behandeld ben.
U bent gierig en gemeen.

Ik heb u geholpen m'n mevrouw in de
val te lokken. U bent me iets schuldig.

Je hebt me een dienst bewezen
en daarvoor ben je betaald.

U zou me helpen, en een goeie
betrekking voor me zoeken.

Ik zou erover nadenken. Daarna
heb ik besloten om het niet te doen.

Je bent veel te opvliegend, vind ik,
om iemands kamenier te zijn.

Bij een aardige mevrouw zou ik
zo zoet zijn als een koerende duif.

Dat denk ik niet.
- Dus u doet niets voor me?

Dan bent u gewaarschuwd.
- Nee, jij bent gewaarschuwd.

Volgende keer laat ik je
door de politie inrekenen…

op een plank binden en door de stad
dragen. Wat dacht je daarvan?

Dat durft u niet.
- Stel me niet op de proef, jongedame.

Weg ermee. Weg ermee.

Dag, Mr Smallweed.
- Huurgeld.

Bij gelegenheid. Zoals beloofd.
- Nu, of ik gooi je eruit.

Nu gaan we lachen, Judy.

Weg ermee. Weg ermee.

Mr Smallweed, het lukt me niet
om de sleutel om te draaien.

Waardoor zou dat nou komen?

Omdat ik het slot heb
laten veranderen. Daardoor.

Mr Smallweed, dat kunt u niet doen.
- Ik heb het al gedaan.

En m'n spullen dan?

M'n arme vogeltjes.
Wat heeft u met ze gedaan?

In de steeg. Wees blij dat ik ze
niet de nek om heb gedraaid.

Vooruit dan. Smeer 'm.
En wegblijven.

Maar, Mr Smallweed...

Waar moet ik dan naartoe?
- Kan mij het schelen.

Wie denk je dat ik ben?
De kerstman? Vooruit, eruit.

Judy, pak de bezem. Wegjagen.
- Goed, grootvader.

Daar gaat ze.

Oh, m'n botten. Schud me op, Judy.

Het gaat heel goed. We hebben
meer leerlingen dan ooit.

Prince heeft drie leerjongens erbij
en ik heb geleerd piano te spelen.

Maar hoe moet het als de baby er is?
- Geen idee. Maar we redden het wel.

Ik ben ervan overtuigd, Caddy.
- Jij hebt me gestimuleerd iets te doen.

Ik schaam me als ik eraan terugdenk.
Zo onbeleefd en onaardig was ik.

Misschien zie je geen verschil. Maar
anders heb ik het aan jou te danken.

Je hebt het zelf gedaan, Caddy.

Ik wou dat ik kon zeggen dat ik
zo veel met m'n leven gedaan heb.

Mrs Guppy, is Mr Guppy thuis?

Mrs Guppy, mag ik binnenkomen?

Miss Summerson.
Ik ben zeer vereerd.

Moeder.

Ik ben zo vrij geweest
om u een briefje te schrijven.

Inderdaad, en ik heb het hier.

Moeder, alstublieft.

Vergeef me, Miss Summerson.
- Kunnen we onder vier ogen praten?

Ik ben hier gekomen,
en niet naar uw kantoor…

omdat ik u niet
in verlegenheid wilde brengen.

Vanwege datgene wat u tegen me zei
bij een andere gelegenheid.

Vergeef me. Bedoelt u die gelegenheid
toen ik een liefdesverklaring…

Ik ben een beetje duizelig.
Het is hier zo warm. Waar was ik?

U had een liefdesverklaring afgelegd
en een aanzoek gedaan.

Een aanzoek dat u afwees.
Dat geeft u zonder bezwaar toe?

Zonder enig bezwaar. Uw aanzoek
heb ik afgewezen. Zonder enige twijfel.

Het spijt me dat m'n leven
nu zodanig ingericht is…

en dat de omstandigheden
zodanig onbeheersbaar zijn…

dat ik het aanbod onmogelijk
in welke vorm dan ook kan herhalen.

Dat geeft niet, Mr Guppy.
- Het spijt me. Werkelijk waar.

Het mocht niet zo zijn.
Dat begrijpt u toch?

Maar de herinnering eraan.…

Alstublieft. Ik wil zeggen
waarom ik gekomen ben.

Neem me niet kwalijk. Ga uw gang.

Toen u dat aanzoek deed...
- Afgewezen en ingetrokken.

U zei toen ook dat u me kon helpen,
navraag kon doen naar m'n afkomst.

Ja, en ik heb al wat dingen ontdekt.
- Ik wil dat u ermee ophoudt, Mr Guppy.

Het verhaal rond m'n geboorte
heb ik inmiddels vernomen.

Dus ik zou u dankbaar zijn
als u verder geen navraag deed.

Is dat alles?
- Ja, dat is alles.

In dat geval, Miss Summerson,
beloof ik u plechtig.

Dat u in alle opzichten
op me kunt rekenen.

Esther.
- Ada. Je was toch bij Richard?

Bij z'n logement zeiden ze dat hij was
weggegaan. Ze wisten niet waarheen.

Naar de rechtbank, natuurlijk.

Weer een schorsing.
Nog steeds geen stap verder.

Dat moet u niet zeggen. We hebben
de handen aan het wiel, en dat draait.

Het wiel draait, maar het moet wel
af en toe gesmeerd worden.

Dat is waar ook. U moet
nog wat rekeningen tekenen.

Zullen we zo lopen?
M'n kantoor is vlakbij.

Ada, Esther. Wat doen jullie hier?

O nee. Het was vandaag, hè?
Ada, het spijt me zo.

Geeft niet. Ik heb je nu gevonden.
Vergeef je het me?

Uitstekend. Ik weet een restaurant.
Hun pruimen in spek zijn heerlijk.

Tulkinghorn heeft me
zoiets eigenaardigs verteld.

Wat dan?

Onze buurman Boythorn heeft Mr John
Jarndyce en z'n protégés ontvangen.

Wat heeft dat met ons te maken?

Mr Jarndyce is toch
een oude vriend van je?

Ze hadden hier ontvangen moeten
worden, niet bij die Boythorn.

Ik weet zeker dat Mr Jarndyce
zich niet gepasseerd voelt.

Dat ben ik niet met je eens. Ik heb
hem geschreven en hen uitgenodigd.

Welkom terug. Het huis was
zo somber in jullie afwezigheid.

Het was ook steeds oostenwind.

Zo lang zijn we niet weg geweest.
- Toch heb ik jullie gemist.

Zijn jullie klaar?
Het eten staat op tafel.

We zijn uitgenodigd
door een belangrijk heerschap.

Sir Leicester Dedlock nodigt
ons alle drie uit op Chesney Wold.

Waarom zou hij ons uitnodigen?

Hij weet dat we met Mr Boythorn
omgaan en hij haat hem.

Ik was zelf ook verbaasd.
Maar we kennen elkaar van vroeger.

En heb jij Lady Dedlock laatst
niet ontmoet in het park?

Ik denk dat je indruk hebt gemaakt
en dat dit van haar komt.

Ik weet zeker van niet. Je neemt
de uitnodiging toch niet aan, hè?

Waarom niet?
- Ik kan echt niet mee.

Sir Leicester nodigt je uit. Waarom
acht jij jezelf dan niet goed genoeg?

Esther.

Ik wil je uitleggen waarom we...

waarom ik in elk geval niet
naar Chesney Wold kan gaan.

Het is geheim,
maar ik vind dat je het moet weten.

Ga door.

Ik ben de dochter van Lady Dedlock.
Dat heeft ze me zelf verteld.

Ze heeft ook gezegd dat we
elkaar nooit meer mogen zien.

Dus die uitnodiging.…

Hij kan onmogelijk
van haar afkomstig zijn.

Lief, arm meisje.

Je mag het tegen niemand zeggen.
- Natuurlijk zal ik dat niet doen.

Maar wat een last, zo'n geheim.
- Voor haar nog meer.

Misschien, ja.

Ik heb ook al die jaren
iets voor jou geheimgehouden.

Maar nu vind ik dat je het moet weten.

De vrouw die je heeft opgevoed
en aan mij heeft toevertrouwd..

Was de zus van Lady Dedlock.

Haar zus?

Maar heb je dan nooit iets vermoed?
- Geen moment.

Wel dat je misschien haar dochter was
en dat ze daarom met Boythorn brak.

Dus ze heeft haar leven
voor me opgeofferd.

Had ze dat maar niet gedaan.

Ze heeft nooit van me gehouden.

Ze had gelijk. Ik had nooit
geboren moeten zijn.

Maar dan zou ik je nooit
hebben leren kennen. Toch?

Je schenkt me zo veel vreugde.
- Jij hebt mijn leven ook veranderd.

Laat me nu uitpraten.
Anders lukt het me niet.

Ons leven is aan het veranderen.

Rick heeft Bleak House al verlaten
en Ada zal ook niet lang bij ons blijven.

Maar ik hoop dat jij hier
zult willen blijven, bij mij.

Ja, natuurlijk. Als je dat graag wilt.

Wil je hier blijven
als de meesteres van Bleak House?

Als m'n vrouw?

Iedereen zal vinden
dat ik te oud ben voor zo'n aanzoek...

maar zo is m'n gevoel nu eenmaal.
En het gaat erom wat jij voelt.

Ziezo, dat is eruit.

Ik hou van je, Esther.

Wil je m'n vrouw worden?

Mag ik er een tijdje over nadenken?
- Natuurlijk.

Zo lang als je wilt.

U laat me op straat oppakken
terwijl ik niets gedaan heb.

Noemt u dat rechtvaardig?

U valt fatsoenlijke burgers lastig.
Een waarschuwing lijkt op z'n plaats.

Voor wie doet u dit? Voor mylady of
voor die duivel van een Tulkinghorn?

Allebei slecht. Dit is een vrij land. Waar
zijn de Liberté, Egalité en Fraternité?

U vergeet iets, mademoiselle.
We hebben hier geen revolutie gehad.

Ik moet u vragen uw huidige adres
op dit papier te schrijven.

Dan kunnen we u in de gaten houden.

Tenzij u tout de suite'
in de ijzers geslagen wilt worden.

U bent nog slechter dan slecht.
Hier met die pen.

Alstublieft.

Dank u zeer, mademoiselle.
- Dat was het? Kan ik nu gaan?

Dalton's Yard 16, Holborn

Ja.

Ja, ik wil.

Wat zijn we stil, vanmorgen.

Heerlijk, Esther. Niemand maakt
zulke lekkere bramenjam als jij.

Is er iets?
- Nee, niets.

Dat wil zeggen.…

Kan ik je straks even spreken
in de studeerkamer?

Ja, natuurlijk.
- Wat heeft ze gedaan?

Kloppen de cijfers niet?
- Nee, het is iets heel anders.

Ik haat geheimen.
- Ik ook.

Waarom heb je het haar niet verteld?
- Wat verteld?

Dat we verloofd zijn.
- Ik wist niet..…

Het heeft me uit de slaap gehouden.
Weet je zeker dat je dit wilt?

Anders had ik geen ja gezegd.
- Je wilt het niet zo houden?

Ik was verrast
toen je me ten huwelijk vroeg.

Je zag me meer
als vader dan als geliefde.

Ja.

Maar ik denk nu dat ik je ook
in die andere gedaante kan zien.

Meen je dat?
- Ja, dat meen ik.

Ik weet niet hoe het is, getrouwd zijn.
Dat weet niemand van tevoren.

Ik denk dat jij en ik het misschien
even goed redden als anderen.

Lieve Esther.

Toch vind ik dat je tijd nodig hebt
om aan het idee te wennen.

Daarom kunnen we beter doen alsof er
niets veranderd is. Naar anderen toe.

Ada niets vertellen?
- Voor het geval je je bedenkt.

Ik trek m'n belofte niet in.
- Doe me dat plezier, Esther.

Goed dan.

En nu moet ik aan het werk.

Dat geeft de burger moed.
Kapitein Carstone.

Waar gaat de reis dit keer naartoe?
China, West-Indië, de Hindoekoesj?

Voorlopig blijven we in Deal.
- Niet al te gevaarlijk, dus.

Totaal niet gevaarlijk.
Alleen voor de portemonnee.

Ik heb me afgevraagd...

of het misschien toch niet beter is
om het leger te verlaten.

Ach jee. Wat een vervelend bericht,
Mr Carstone.

Ik heb zo veel kosten.
Messrekeningen, stallingsgeld.

Plus een paar ereschulden.

Nu we het daar toch over hebben.
Wilt u zo vriendelijk zijn?

Wist ik maar zeker dat de zaak
binnenkort afgehandeld werd.

U kent me, denk ik.

Ik ben niet iemand die zekerheid
verschaft als er nog twijfels zijn.

Wat een man, hè?
Een echte kerel. Zo integer.

U bent een goed mens, Mr Vholes.
Een echte vriend.

Vindt u dat ik moet weggaan?

Dat vindt u misschien beter.
Dat kunt u vinden.

Maar ik zou u op geen enkele
manier willen beïnvloeden.

Ik ben bang dat hij voorlopig platzak is.

Al zou hij uit het leger gaan,
dan gaat het geld op aan schulden.

Ik moet drie dochters onderhouden, en
een oude vader in de Vale of Taunton.

Hoe moet ik die te eten geven?
- Nu je het zegt.

Uit ervaring weet ik dat je een beroep
kunt doen op Mr John Jarndyce.

Maar Mr Carstone heeft toch
met hem gebroken?

Misschien. Maar ik denk dat m'n vriend
Jarndyce niet met hem gebroken heeft.

Heel mooi.
- Ik schrik van u.

Vind je het werk hier leuk?

Is mylady aardig tegen je?
- Heel aardig, meneer.

Ze is op je gesteld, geloof ik.
- Rosa?

Mylady.

Rosa, wil je m'n boek halen? Ik denk
dat het in de kleine zitkamer ligt.

Wat zei u tegen haar?
- Niets. Ditjes en datjes.

Ik wil niet dat u met haar praat.
- Het is een aangenaam meisje.

En ik denk dat ze veel van u houdt.

Wat zou ze van u denken
als ze hoort van uw misstap?

Dat genoegen zult u niet smaken.
Ik heb besloten haar weg te sturen.

Nee, dat doet u niet.

Waarom bemoeit u zich
met mijn huishouden?

We hebben een afspraak, u en ik.

Ik wil niet dat u de aandacht op zich
vestigt door iets ongewoons te doen.

U wilt haar natuurlijk beschermen
tegen mogelijke zwartmakerij.

Maar daar komt niets van in,
Lady Dedlock.

Als er iets ondernomen wordt,
beslis ik wat er gebeurt en wanneer.

Niet u.

M'n botten. Voorzichtig, sadisten.
Zet me zachtjes neer.

Judy, schud me op.

Goeiemiddag, Mr Smallweed.
Wat komt u doen?

Ik kom voor de gezelligheid.
Hoe staan de zaken?

Rustig.
- Jammer. Ik kom je schuld innen.

Die schuld is afbetaald.
Dat weet u heel goed.

Dat dacht ik niet.
Afbetaald? Nee nee.

Kijk maar. 243 pond, 7 shilling,
2 penny's en 3 farthings.

Je geheugen laat je in de steek.
- U had het me beloofd.

Een brief met de handtekening
van de kapitein was genoeg.

Die brief heb ik gegeven, met tegenzin.
En nu heb ik nog steeds een schuld?

Daar komt het op neer.
Wat is het leven toch hard, hè?

Bloedzuiger. Ik draai je nek om.
Die schuld was afbetaald.

Dit komt niet van mij.
Iemand anders heeft me gestuurd.

Wie heeft u gestuurd?
- M'n botten. Alsjeblieft, George.

Mr Tulkinghorn.

Vertaling: Brigitte van Enst
The Service Station